Samenvatting

In een aantal gevallen is de voeding of het dieet van een cliënt van invloed op het therapeutische effect van een geneesmiddel. Bij dergelijke interacties kan onderscheid worden gemaakt in twee typen mechanismen: farmacokinetisch en farmacodynamisch. In het eerste geval betreft het processen waarbij de hoeveelheid geneesmiddel in het bloed verandert. Zo wordt de opgenomen hoeveelheid van een aantal antibiotica verminderd door gelijktijdig gebruik van bepaalde voedingsbestanddelen. Bij farmacodynamische interacties beïnvloedt voedsel de feitelijke werking van een geneesmiddel. Een belangrijke interactie waarbij onder meer een farmacodynamisch mechanisme een rol speelt, is de ‘kaasreactie’. Deze complicatie kan optreden bij gebruik van sommige antidepressiva (oude MAO-remmers) in combinatie met tyraminerijke voeding (bijv. oude kaas).

Ook het omgekeerde kan het geval zijn: het geneesmiddel heeft een ongewenste invloed op de voedingstoestand. Een belangrijk voorbeeld hiervan zijn de effecten op lichaamsgewicht, bloedsuiker en bloedvetten van sommige in de psychiatrie gebruikte geneesmiddelen.

De diëtist dient op de hoogte te zijn van de belangrijkste processen die zich op het grensvlak van zijn/haar vak met dat van de farmacotherapie afspelen. Met dit inzicht kan een zinvolle bijdrage worden geleverd aan de totale behandeling van de patiënt.

Ik wil verder lezen